Ons verhaal begint omstreeks 690 na Christus, toen Adelbert vanuit Ierland naar onze streek kwam om de Friezen die hier woonden te kerstenen. Hij vestigde zich op een plekje in de duinen dat Egmond genoemd werd. Aan Adelbert worden veel wonderen toegeschreven.
In 740 overleed Adelbert en hij werd begraven op een plekje in de duinen, dat al spoedig een bedevaartsoord werd.
In 922 kwam het gebied in handen van Graaf Dirk I, de eerste graaf van Holland. Dirk I had een nonnenkloostertje in Hallem (nu Egmond-Binnen).
Adelbert verscheen in de droom van Wilfsit, één van de nonnen, en zei dat men hem moest opgraven en opnieuw begraven in het kloostertje van Hallem. Dirk liet het gebeente van Adelbert opgraven en toen gebeurde het wonder.
Op de plek waar ze hem vonden welde een bron op. Sinds die tijd is deze bron altijd aanwezig geweest en men beweerde dat het water oogziekten en dwaasheid genas. Aan Adelbert worden veel wonderen toegeschreven. Die wonderverhalen zijn in 980 opgeschreven en het blijkt dat Adelbert door de bevolking al spoedig als heilige werd vereerd. Nog altijd wordt door de Brouwerij water uit de put aan elk brouwsel toegevoegd, zodat het wonder van Adelbert nog altijd voortleeft in onze bieren.
Het houten klooster werd vervangen door een stenen abdij die uitgroeide tot een centrum van kennis en macht. Tot in de wijde omtrek had de abdij bezittingen en de monniken stonden aan de basis van de inrichting van het land. Tot in het jaar 1573. In de strijd tegen de Spanjaarden werden alle kerken en grote gebouwen in de omgeving verwoest door Dirk van Sonoy. Zo ook de abdij van Egmond. Uit de geschiedschrijving weten we dat Sonoy de brouwketel had meegenomen om wapentuig van te maken en daarmee de Spanjaarden te verdrijven.
Pas van 1935 tot 1950 is er een nieuwe abdij gebouwd, waar dus, met een onderbreking na de reformatie, al meer dan duizend jaar een gemeenschap van Benedictijnse monniken te vinden is.
De Brouwerij brouwt haar bieren in licentie met de Abdij, heeft daarmee een blijvende relatie met de Abdij en haar uitgangspunten en is daarmee het enige Nederlandse Benedictijner abdijbier.